In de DSM-5 staan de mate van ernst beschreven voor de verschillende eetstoornis. Op deze manier kan de hulpverlener inschatten hoe snel hulp ingeschakeld moet worden en hoe intensief deze hulp dan dient te zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een lichte, matige, ernstige en extreme vorm. Voor anorexia wordt hierbij gekeken naar het gewicht, voor boulimia naar het aantal compensaties en voor een eetbuistoornis naar het aantal eetbuien.